Werkwijze
De staatscommissie heeft een interdisciplinair en wetenschappelijk profiel. Zij bestaat uit leden uit verschillende vakgebieden. Voorbeelden hiervan zijn openbaar bestuur, rechtswetenschap, kunstmatige intelligentie, methodologie, sociologie en organisatiepsychologie. De staatscommissie richt zich op langdurig, omvangrijk onderzoek naar fundamentele vraagstukken. Zij brengt hiervoor bestaande inzichten samen en geeft daarnaast ook nieuwe inzichten.
De staatscommissie is onafhankelijk. Zij heeft zelf een werkprogramma opgesteld. Hierin staan de werkwijze en inhoudelijke lijnen beschreven waarlangs de staatscommissie de komende vier jaar haar onderzoek vormgeeft en uitvoert. Voor het opstellen van het programma heeft de staatscommissie gesproken met relevante partijen en organisaties, waaronder het College voor de Rechten van de Mens en de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme.
Werkprogramma
Voorwoord
We zijn allemaal onderdeel van een samenleving waarin gelijkheid en gelijkwaardigheid belangrijke principes zijn, hoewel we verschillende perspectieven en ervaringen hebben. Discriminatie en racisme zijn verboden. Artikel 1 van de Grondwet is daar helder over. En toch zien we er overal om ons heen voorbeelden van. De demonstraties die wereldwijd plaatsvonden – ook in Nederland – na de dood van George Floyd in de Verenigde Staten, het kinderopvangtoeslagschandaal en recent onderzoek laten allemaal zien dat discriminatie en racisme volop aanwezig zijn in onze samenleving. Zo blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau dat 27 procent van de Nederlandse burgers wel eens discriminatie ervaart.1 Dat zijn miljoenen burgers die ervaren dat ze ongelijk worden behandeld of worden uitgesloten van deelname aan sectoren van het maatschappelijk leven. Onder mensen met een migratieachtergrond ligt het percentage zelfs ruim boven de 50 procent. Duidelijk is ook dat discriminatie plaatsvindt op alle terreinen van het maatschappelijk leven, op verschillende gronden en in verschillende gedaantes. Daarbij is het besef dat niet alleen bepaalde groepen in de samenleving te maken kunnen krijgen met racisme en discriminatie. Iedereen kan erdoor worden geraakt. De duidelijke uitingen van discriminatie en racisme zijn zichtbaar. Zo spreekt een aanzienlijk percentage burgers steun uit voor het anders behandelen van mensen met een migratieachtergrond en heeft een eveneens aanzienlijke groep een negatieve houding tegenover diverse etnische groepen.2 Maar een groot deel is minder zichtbaar. Dan gaat het over burgers die hun racistische opvattingen of steun voor allerlei vormen van ongelijke behandeling verhullen. Ook gaat het om subtiele en nauwelijks zichtbare manifestaties van discriminatie of om patronen van maatschappelijke uitsluiting en achterstelling waarvan mensen zich nauwelijks bewust zijn. Onzichtbaar is vaak ook de wisselwerking tussen verschillende persoonskenmerken en discriminatie of de opeenstapeling van racistische ervaringen door de tijd heen.
In juli 2020 werd tijdens een debat over institutioneel racisme een motie ingediend met het verzoek aan de regering om een staatscommissie in te stellen. Die staatscommissie zou op langjarige basis wetenschappelijk onderzoek kunnen doen naar de stand van discriminatie en racisme in Nederland, zou voorstellen kunnen doen voor verandering en zou de effecten van beleid kunnen monitoren. Deze motie heeft uiteindelijk geleid tot het op 1 mei 2022 instellen van de staatscommissie tegen discriminatie en racisme. De leden zijn op de symbolische datum van 1 juli, op Keti Koti3, in datzelfde jaar benoemd. De staatscommissie bestaat voornamelijk uit wetenschappers met verschillende achtergronden en disciplines.
De staatscommissie heeft volgens het instellingsbesluit een brede en omvangrijke opdracht gekregen. In de eerste plaats is de staatscommissie gevraagd om de regering te informeren over de stand van discriminatie en racisme door inzicht te verschaffen in de aard, omvang en oorzaken van discriminatie en racisme. Daarnaast omvat de opdracht het monitoren van effecten van beleid en regelgeving. Ook is de staatscommissie gevraagd om te adviseren over betere waarborgen en het verbeteren van beleid en regelgeving om discriminatie en racisme te voorkomen en tegen te gaan. In het instellingsbesluit is de staatscommissie meegegeven om daarbij te kijken naar in ieder geval de woningmarkt, de arbeidsmarkt, het onderwijs en de zorg. De staatscommissie heeft volgens het instellingsbesluit verder de taak om alle (semi)overheidsinstanties en uitvoeringsinstanties door te lichten op discriminatie en etnisch profileren in de werkwijze en organisatiecultuur. Hierbij heeft zij in ieder geval de opdracht om te bekijken of het mogelijk en wenselijk is overheidsinstanties te verbieden om etniciteit te gebruiken om fraude te bestrijden. Tot slot is de opdracht van de staatscommissie om te verkennen wat de mogelijkheden zijn om onderscheid op grond van ras en nationaliteit in risicoprofielen alleen toe te passen om mensen te beschermen en te ondersteunen. De staatscommissie gaat de komende jaren aan het werk om deze opdracht uit te voeren. Daarbij zal zij omvangrijk langetermijnonderzoek naar fundamentele vraagstukken uitvoeren om bestaande inzichten samen te brengen en nieuwe wetenschappelijke inzichten te verschaffen. De staatscommissie richt zich bij haar werkzaamheden ook op discriminatie en racisme in het Caribisch gebied.
De staatscommissie is onafhankelijk en stelt zelf haar werkprogramma op. Daaraan heeft de commissie vanaf het moment van benoeming van de leden gewerkt. Daarbij is afstemming gezocht met verschillende organisaties en instanties die met aanverwante vraagstukken bezig zijn. Ook zijn bestaande onderzoeken bij het opstellen van het werkprogramma betrokken, zoals die van de Parlementaire Onderzoekscommissie effectiviteit antidiscriminatiewetgeving van de Eerste Kamer. In dit werkprogramma op hoofdlijnen geeft de staatscommissie een schets van de thema’s waaraan zij aandacht wil schenken, binnen de kaders van haar opdracht. Ook geeft zij een eerste indruk van de (onderzoeks)aanpak die haar voor ogen staat. Vanuit een breed perspectief bestaande kennis benutten en op zoek gaan naar nieuwe inzichten: dat is waar de staatscommissie voor staat.
Dr. Joyce Sylvester
Voorzitter Staatscommissie tegen Discriminatie en Racisme
Lees hier het volledige werkprogramma
___________________________________
1. SCP (2020). Ervaren discriminatie in Nederland II. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
2. Thijs, P., Savelkoul, M., Scheepers, P. (2021). Gebruik van Bestaande Gegevens. In: P. Scheepers & H. Tobi (Eds.) Onderzoeksmethoden (tiende druk). Amsterdam: Boom uitgevers.